• NBG Hondensport
 

Protocol examens en wedstrijden

Onderstaand schrijven ontvingen wij van de Commissie werkhonden:
 
De in dit protocol opgenomen wijzigingen zijn alleen voor regionale/ nationale examens/wedstrijden.  
Het uitgangspunt van dit protocol is de bescherming van de gezondheid, ze zijn alleen voor de duur van de wettelijke beperkingen in Nederland.  

VZH:
1. 
Het verkeersgedeelte van het VZH-programma mag niet in de stad worden uitgevoerd, maar moet buiten het evenementengebied worden uitgevoerd, met de nodige alledaagse situaties die moeten worden gekeurd in overeenstemming met de IGP-voorschriften

2. De ID-controle wordt uitgevoerd door één persoon in opdracht van de keurmeester. Dit is noodzakelijk omdat als het chipapparaat door verschillende personen wordt gebruikt, deze na elk gebruik moet worden ontsmet. De persoon die de ID-controle uitvoert, evenals de hondengeleider, moet indien nodig een mondbeschermer dragen (als de afstand minder dan 1,5 m bedraagt).

Afd. A: Speuren
3. In het speurgedeelte dragen de spoorlegger en de hondengeleider wegwerphand-schoenen.
Nadat de hond het voorwerp heeft verwezen of geapporteerd, toont de geleider het voorwerp
aan de keurmeester.
Voor de nieuwe aanzet wordt het voorwerp achter de hond gelegd. De spoorlegger zal de voorwerpen ophalen. (tot het IGP 1- en FH-V-niveau is deze wijziging niet nodig), voor alle andere niveaus is het een tijdelijke aanvulling op de IGP-regelgeving.

Afd. B: Gehoorzaamheid
4. Voor het begin van afd. B geeft iedere hondengeleider de eigen apporteerblokken (die voldoen aan de IGP eisen), en die zijn gemarkeerd met zijn/haar naam, aan de examen-leider die handschoenen draagt.
De examenleider brengt deze apporteerblokken naar de apporteerstandaard.
Aan het einde van afd. B neemt de hondengeleider de apporteerblokken weer mee.

5. Bij het passeren van de groep moet een minimale afstand van 1,5 m in acht worden genomen. 
Met andere woorden, een strakke cirkel rond de personen mag op dit moment niet worden uitgevoerd.

Afd. C: Manwerk
6. Vooral tijdens het pakwerk zijn er problemen met het voldoen aan de bestaande wettelijke covid-19 regels voor het in acht nemen van de afstand.

Standaard wordt ervan uitgegaan dat het IGP-reglement wordt aangehouden. Dit wil zeggen dat de pakwerker en de geleider een mondkapje moeten dragen.

Wil een geleider dit niet, dan is er een keuze zoals hieronder omschreven, echter dit moet voor aanvang van het examen of wedstrijd aan de organisatie worden gemeld. Een pakwerker die geen mondkapje wil dragen kan dus niet worden ingezet tijdens dit examen/wedstrijd.
 
IGP 1
  • Bij IGP I, in de stel en aanblaf oefening, kan de hondengeleider zoals in de programma eisen is opgenomen, zelf beslissen of hij de hond ophaalt of de hond in de basispositie roept.
  • Voor het zijtransport naar de keurmeester moet door de regelgeving de vereiste afstand van  1,5 meter worden aangehouden.
  • Tijdens alle oefeningen wordt de stok niet afgenomen van de pakwerker omdat deze dan volgens het hygiëneconcept zou moeten worden gedesinfecteerd voordat hij aan elke hondengeleider wordt teruggegeven
Keuze:
Als een geleider ervoor kiest geen mondkapje te dragen, is het volgende van toepassing.
 
IGP 1 ophalen van de hond uit het verstek is niet mogelijk, de hond moet dus uit het verstek worden geroepen.  
Ontwapening tijdens alle oefeningen: 
  • Na een teken van de keurmeester gaat de geleider naar de pakwerker toe tot een afstand van  2 meter.
  • Op aanwijzing van de keurmeester wordt de hond in de basispositie geroepen of in een andere (zit, af of sta stand) positie gebracht.
  • Op een commando van de geleider, loopt de pakwerker twee meter van de hond vandaan.
  • De geleider gaat dan naar de hond en neemt de hond in de basispositie. Na deze basis-positie wordt het pakwerk vervolgd.
Klik  om het protocol te downloaden HIER